Sint Sebastiaan - Het leven St. Sebastiaan
Wat betreft het leven van St. Sebastiaan kunnen we eigenlijk heel kort zijn. Daarvan is namelijk weinig met zekerheid bekend. Wat we weten is vrijwel volledig legende, behalve dan de gegevens over zijn begrafenis, want daar zijn geleerden het wel over eens.
Hij zou geboren zijn in Narbonne in Gallië, het tegenwoordige Frankrijk (sommigen zeggen in Milaan), zo rond het jaar 265 na Christus. Hij schopte het tot hoofdman in de eerste cohorte van de keizerlijke wacht onder de Romeinse keizer Diocletianus, die regeerde van 284 tot 305. Hij ging over op het christelijk geloof, verbrijzelde afgodsbeelden en verdedigde het toen nog relatief nieuwe geloof. Omdat hij twee jonge vrienden, Marcus en Marcellanus, ertoe zou hebben aangezet om te volharden in hun christelijk geloof en ook hijzelf het christelijk geloof niet wilde verzaken, werd hij in 288 aan een paal gebonden en door Mauretaanse boogschutters in Romeinse dienst met pijlen doorschoten.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, stierf Sebastiaan daarbij niet. Irene de weduwe van een martelaar, genaamd Castulus, veronderstelde dat hij was overleden en wilde zijn lichaam begraven. Ze merkte dat hij nog leefde en verzorgde hem liefdevol. Eenmaal genezen ging Sebastiaan naar de keizer en verweet hem zijn wreedheid tegenover de christenen. De keizer liet hem in het circus Maximus in het openbaar slaan tot hij stierf. Soldaten wierpen zijn lichaam in een riool, waar zijn vrienden het vonden. Door bemiddeling van een christelijke dame, Lucina, werd hij begraven aan de Via Appia nabij de plaats, die men ‘ad catacumbas’ noemt, een naam die later op de onderaardse begraafplaats over is gegaan. Die catacomben waar het graf van Sint Sebastiaan zich heeft bevonden naast dat van paus Fabianus die in 250 overleed, werd een van de beroemdste van Rome. Al vroeg was het een bijzondere bedevaartplaats en boven deze catacombe werd in de 4e eeuw de Apostelbasiliek gebouwd, die later werd omgedoopt in de basiliek van St. Sebastiaan, een van de zeven hoofdkerken van Rome. Als zijn feestdag wordt 20 januari aangehouden. Zoals bij veel heiligen is dat niet zijn geboortedag, maar zijn sterfdag. We vieren dus zijn overlijden op 20 januari, niet zijn verjaardag.
Zijn levensbeschrijving, de ‘Passio Sebastiani’ werd door een Italiaanse monnik geschreven in de 5e eeuw na Christus. Dat was dus 200 jaar na zijn dood. Stel je voor dat je nu moet beschrijven wat er rond 1800 precies gebeurde, alleen maar op basis van mondelinge overlevering. Bovendien had de monnik geen zuivere wetenschappelijke bedoelingen, maar hij wilde de verering van Sint Sebastiaan bevorderen. Hij schreef dus een hagiografie, een heiligenleven. Daarin paste geen negatieve zaken. Op dat heiligenleven gaan alle latere verhalen over Sint Sebastiaan terug.
De Heilige Sebastiaan
Sebastiaan is in Vlaanderen en Brabant een bekende en geliefde volksheilige. Vele kerken bezitten relikwieën van hem. In 1825 was er een onderzoeker die alle lichaamsdelen van Sebastiaan bij elkaar telde en toen in Brabant en Vlaanderen bij elkaar aan hele ‘onderdelen’ bij elkaar al 21 lichamen had, nog zonder de stukje en brokje van beenderen mee te tellen. Het is een bekend feit dat er lange tijd een zeer levendige handel heeft bestaan in relikwieën. De behoefte aan overblijfselen van heiligen om te vereren en het christelijk geloof verder te verspreiden overtrof verre het beschikbare aanbod. Veel relikwieën waren dan ook van twijfelachtige afkomst.
Sebastiaan is een van de twee volksheiligen die als patroon van hun beulen worden vereerd. De andere is de heilige Sint Stephanus, die vanwege zijn steniging, patroon van de steenhouwers is geworden. St. Sebastiaan is als heilige vooral bekend geworden als pestheilige, als weerheilige en als patroonheilige van de handboogschutters.
Hij is een van de zogenaamde pestheiligen. Hij is dat geworden, zo wordt vaak gesteld, omdat in de bijbel de pijl gebruikt wordt als symbool van de zending van straffen door God. Zo zegt Job, ‘dat de pijlen van de Almachtige hem doorboord hebben’. Bij de andere pestheiligen, Antonius, Rochus en Adrianus komen echter geen pijlen voor en dat ontkracht deze theorie weer. Er is nog een andere theorie en wel dat de inwoners van Rome in 682 geloofden dat het op voorspraak van St. Sebastiaan was dat een pestepidemie tot staan werd gebracht. Daarna zou hij als pestheilige zijn vereerd. Voor die theorie pleit dat hij vóór die tijd niet als pestheilige werd vereerd. Zijn reputatie als pestheilige verminderde in latere tijden, door de opkomst van de verering als zodanig van St. Rochus en in de 17e eeuw van Carolus Borromeus. Beiden zouden zelf pestlijders hebben verzorgd.
St. Sebastiaan werd ook vereerd als weerheilige. De meeste weerspreuken over St. Sebastiaan wijzen erop dat op de feestdag van St. Sebastiaan, 20 januari, de winter meestal nog lang niet voorbij is. Enkele voorbeelden:
‘Met Sint Sebastiaan komen de harde koppen eerst aan’
‘Sebastiaan die het were maakt, doet het vriezen dat het kraakt’
‘Sebastiaan was geen kniezer, maar blijft een grote vriezer’
‘ Met St. Sebastiaan komt de winter aan, of hij is gedaan’
‘St. Bastje is een hard gastje’.
‘ Vriest het op St. Sebastiaan, is ‘t op Lichtmis (2 februari) gedaan’
Sebastiaan is sinds de middeleeuwen bij uitstek de patroonheilige van de handboogschutters. Gezien zijn martelaarschap is dat niet zo verwonderlijk. In onze provincie ligt de tijd van het ontstaan van St. Sebastiaansgilden zo in de tijd van 1450 tot 1525. Was dat ook in Hoogeloon zo? Het heeft mogelijk iets te maken met de pestepidemieën in deze streken zo rond 1440 en in 1468. Maar de oudste schriftelijke vermelding van de verering van Sint Sebastiaan in Hoogeloon dateert van 1504. Blijkens een oorkonde van de bisschop van Luik was er in dat jaar in de Hoogeloonse kerk al een beneficie (altaarfundatie) voor Sint Sebastiaan. Dat is nog geen bewijs voor een broederschap of gilde van Sint Sebastiaan. Tot nu toe is de oudster vermelding uit 1607, vandaar ook dat dit jaar het 400-jarig bestaan wordt gevierd, maar het betreft in dat jaar duidelijk een heroprichting, waarbij duidelijk wordt gesteld dat door de oorlog (we zitten dan immers midden in de tachtigjarige oorlog) de papieren van het gilde verloren zijn gegaan. Daardoor weten we helaas niet meer hoe oud het gilde werkelijk is, maar wie weet duiken er nog eens meer stukken op die licht kunnen werpen op de geschiedenis van het gilde vóór 1607.
St. Sebastiaan in de kunst
In de middeleeuwen wordt Sebastiaan in de kunst meestal weergegeven, vastgebonden aan een boom, gekleed enkel in een lendendoek en doorboord met pijlen. Regelmatig zijn daarbij dan kruisboog- en handboogschutters te zien. Merkwaardig is dat een afbeelding van zijn werkelijke dood, het doodslaan, vrijwel nooit te zien zijn. Dat was blijkbaar niet zo interessant om af te beelden. Een van de weinige afbeeldingen daarvan is die van Hendrick de Clerck (17e eeuw). Veel minder vaak wordt hij afgebeeld als een middeleeuwse ridder te paard of als een Romeinse militair. Het was in de middeleeuwen en de renaissance een mooie gelegenheid voor kunstenaars om een mannelijk naakt af te beelden zonder verdacht te worden van ‘onzuivere’ bijbedoelingen.
In de moderne kunst wordt Sebastiaan ook nog veelvuldig afgebeeld. De homoscene heeft een beetje een ‘homo heilige’ van hem gemaakt. Vaak zien we Sint Sebastiaan dan ook in licht homo-erotische poses. Dat neemt niet weg dat hij ook nog vele kunstenaars inspireert tot afbeeldingen en beelden, die niet op die wijze zijn ‘gekleurd’. Veel van die kunst is ook geïnspireerd door of in opdracht van de vele St. Sebastiaansgilden in Brabant. Het betreft lang niet altijd heel traditionele afbeeldingen van de heilige, maar voor ook uiterst moderne werken met een rijke symboliek.
Jan Buylinckx